Direct naar de inhoud

Perspectief

Vulcaanhaven - goede tijden, slechte tijden

Geboren Vlaardingers herken je aan de manier waarop ze Vulcaanhaven uitspreken. Als Vulcáán? Geen Vlaardinger. Het is Vúlcaan, want de haven werd aangelegd door scheepswerf Vulcan (Vúlcan dus) uit Duitsland.

De Vulcaanhaven rond 1926 (Foto KLM; collectie Stadsarchief Vlaardingen)
De Vulcaanhaven rond 1926 (Foto KLM; collectie Stadsarchief Vlaardingen)

Het was op de hele wereld de eerste door een particulier bedrijf aangelegde haven. En het werd al snel de derde haven van Nederland, na Rotterdam en Amsterdam.

Vulcan was een gerenommeerde scheepswerf in Stettin, Oost-Duitsland (nu Polen). Het bouwde onder meer grote zeeschepen voor de Duitse staalindustrie. De staalbedrijven hadden behoefte aan een eigen haven in de Rijnmond voor het laden en lossen van onder meer steenkool en ijzererts, en kozen daarvoor Vlaardingen uit. In 1912 werd begonnen met het uitbaggeren van het havenbekken, naast de Koningin Wilhelminahaven.

Feiten & Cijfers

Een paar cijfertjes: de haven werd 750 meter lang, 220 meter breed, en de diepte werd op hetzelfde niveau als de Waterweg gehouden, zodat de haven bereikbaar was voor de op dat moment allergrootste zeeschepen. De veel grotere containerschepen van nu passen er niet meer in.

Drijvende kranen

Het was in het begin niet veel meer dan een inham, maar toch had de Vulcaanhaven een eigen havenmeester en een eigen loodsdienst. In 1920 werd het Havenbedrijf Vlaardingen Oost (HVO) opgericht, voor de opslag en overslag van goederen in de Vulcaanhaven. Datzelfde jaar werd er al 300.000 ton ijzererts gelost en geladen, toen nog met drijvende kranen.

Topjaar

De voorzieningen op de kade werden al snel groter: er werden loodsen gebouwd om de goederen te kunnen opslaan, er kwamen twee laadbruggen van per stuk 30.000 kilo en de haven kreeg een eigen elektriciteitscentrale. 1926 was een topjaar, want toen werd er 1,5 miljoen ton kolen verwerkt. Arbeid kostte nog weinig en elke dag kwamen er zo'n zestig mannen om de schepen te laden en lossen. In de machinefabriek van HVO werden de soms zwaar beschadigde schepen gerepareerd.

Tragedie

De goede tijden bleven niet voortduren. In 1944 bliezen de Duitsers de laadbruggen, de kranen en de kademuren op, de haven lag volledig in puin. Pas in 1948 kon er voor het eerst weer een schip binnen varen. In 1953 volgde een nieuwe tragedie: de Watersnoodramp. Alles wat op de kade stond, werd weggespoeld en weggeslagen. Het lukte om de haven opnieuw te herstellen en steeds meer bedrijven kwamen terug. De haven werd verder uitgediept om bulkcarriers van 50.000 ton te kunnen lossen, maar de schepen bleven groeien en moesten uiteindelijk naar de Botlek verhuizen. De kleinere schepen kwamen wel nog naar de Vulcaanhaven en leverden nog genoeg werk op voor de ongeveer 1000 werknemers van HVO.

Wederopstanding

In de jaren tachtig begon de achteruitgang. HVO kreeg veel minder schepen te repareren omdat het in de buitenland goedkoper kon. In 1989 ging het bedrijf failliet en werd voortgezet door Damen, maar in 2006 was het echt voorbij. Alle gebouwen en zelfs de laadbruggen werden afgebroken. Ze hebben plaatsgemaakt voor de gebouwen, schepen en parkeerterreinen van DFDS Seaways. Twee keer per dag staan er vrachtwagens in de rij die hun goederen met een van de schepen van DFDS naar Engeland brengen. De Vulcaanhaven is niet meer in particuliere handen, maar deel van de Rotterdamse haven en het Rotterdamse Havenbedrijf.

Het was op de hele wereld de eerste haven door een particulier bedrijf aangelegd
Klik om de afbeelding groter te bekijken
Fotograaf onbekend; collectie Stadsarchief Vlaardingen
Klik om de afbeelding groter te bekijken
Fotograaf onbekend; collectie Stadsarchief Vlaardingen

Meer informatie?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van inspirerende verhalen, actuele ontwikkelingen in de Rivierzone en praktische informatie.

Inschrijven nieuwsbrief